Inleiding
Natuurlijke bronnen moeten we in ere houden en beschermen. Voor ons als bedrijf in de agrarische sector is een gezonde aarde ons hoogste goed. Om bij te dragen aan een verantwoord gebruik hiervan richten wij ons op:
Ontwikkeling duurzame aardappelrassen
Bij de ontwikkeling van nieuwe rassen kijken we ver vooruit. Hoe ziet de wereld er in 2050 uit? Welke vraagstukken zullen relevant zijn? Wat verwacht onze omgeving van ons? Door hierop een visie te ontwikkelen willen we aansluiten op wat in de toekomst nodig is. Die visie luidt: “We stimuleren de ontwikkeling van verantwoord voedsel voor de wereldbevolking.” En dat doen we met een zo klein mogelijke voetafdruk.
Het voeden van 9,7 miljard wereldburgers
In 2050 moet er genoeg voedsel zijn voor 9,7* miljard mensen. Dat is een enorme uitdaging. Maar de aardappel biedt een uitkomst. Vergeleken met maïs, rijst of tarwe zorgt de aardappel in een korte periode voor goede, hoogwaardige én betaalbare voeding. En daar is ook nog eens (veel!) minder water voor nodig.
* bron UN
Bron: www.waterfootprint.org (Mekonnen, M.M. and Hoekstra, A.Y.)
www.fao.org
Toekomstbestendige aardappelteelt
De wereld van morgen kent nog meer stevige uitdagingen. Klimaatverandering en landdegradatie (vanwege droogte, hitte, verzilting), zoetwaterschaarste, verlies aan biodiversiteit en de druk op beschikbare grond hebben direct invloed op de wereldvoedselvoorziening. Dat vraagt om breed gedragen oplossingen. Wij zien het als onze taak om te werken aan een aardappelteelt die toekomstbestendig is. We willen daarin het voortouw nemen door nieuwe aardappelrassen te ontwikkelen die robuust zijn. Die zoveel mogelijk vrij zijn van emissie en residu. En die inspelen op de omstandigheden per klimaatzone. Continue innovatie, samenwerking in de keten en kennisdeling zien wij als de sleutel.
Doelen van ons veredelingsprogramma
Met ons veredelingsprogramma ontwikkelen we nieuwe rassen waarbij de opbrengst (oogst) wordt gemaximaliseerd/verzekerd, terwijl daarvoor minder input nodig is (bijvoorbeeld water, bemesting of gewasbescherming). Hierbij hebben we de volgende doelen gesteld:
- Het voorkomen van gewasverliezen en de reductie van gewasbeschermende middelen:
- 75% van alle rassen die worden geïntroduceerd is resistent tegen Phytophthora en PVY (Aardappelvirus Y) in 2030.
- Het verbeteren Fusarium (droogrot) resistentie met 20 punten (van 67 naar 87) in 2024 voor nieuw te introduceren rassen.
- Het verbeteren van aardappelmoeheidresistentie (aardappelcystenaaltjes) van 74% naar 95% voor G.Rostochiensis en van 7% naar 30% voor Pallida in 2030 voor nieuw te introduceren rassen.
- Het verbeteren van de bewaringscore door het verhogen van de kiemrust met 20 punten van 63 naar 83 punten in 2024 voor nieuw te introduceren rassen.
- Het ontwikkelen van een breeding index voor Rhizoctonia tolerantie in 2024
- Het ontwikkelen van een breeding index voor Erwinia-tolerantie in 2030
- Het ontwikkelen van inzicht in welke mechanismen abiotische stress tolerantie kunnen beïnvloeden (droogte, hitte, stikstof, verzilting) in 2024
In 2030 zullen er ook kandidaatrassen in ontwikkeling zijn die duidelijk aan de gestelde duurzaamheidsdoelen voldoen, maar die nog niet tot een ras zijn ontwikkeld. Ook deze kandidaat-rassen zullen we toetsen aan de gestelde criteria ter beoordeling van de gestelde doelen. Het is aan HZPC om deze kandidaat-rassen zo snel mogelijk te introduceren in de markt.
Innoveren om de prestaties van rassen te verbeteren
Research & Development (R&D) is de stuwende kracht achter onze bedrijfsvoering. We hebben een breed netwerk aan proefveldlocaties wereldwijd. Zo hebben we de belangrijkste klimaten en teeltcondities in onze ras-beproeving opgenomen. Dankzij voortdurend onderzoek naar optimaal landgebruik, irrigatie en bemesting per ras willen wij de prestaties van onze rassen, elke dag weer, verder verbeteren.
Meer regie dankzij moderne veredelingstechnieken
Wij maken gebruik van de modernste veredelingstechnieken. Onze HZPC-rassen zijn ontwikkeld zonder gebruik te maken van genetische modificatie (geen-GGO-verklaring). Dit beleid is bij de ontwikkeling van nieuwe rassen onverminderd van toepassing.
Hybride aardappelveredeling heeft de toekomst
Zijn hybride aardappelen uit zaad de toekomst? Dat vroegen we ons een paar jaar geleden nog voorzichtig af. Inmiddels zijn we razendsnel dichter bij een grote doorbraak gekomen. Het telen van hybride aardappelen uit zaad, kan een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van het wereldvoedselprobleem, vooral op plekken die logistiek gezien moeilijk bereikbaar zijn.
Met hybride veredeling kunnen veel sneller nieuwe, kwalitatief goede aardappelrassen worden gekweekt die met minder gewasbeschermingsmiddelen toe kunnen. Bij een hybride wordt het beste uit twee systemen gecombineerd om tot een maximale prestatie te komen. En dankzij big data weten we alles over het DNA en welke genetica we moeten combineren in nieuwe rassen.
In 2021 hadden we in Kenia, Frankrijk en Nederland proefvelden waar aardappelen rechtstreeks uit zaad worden getest. De proef was zeer succesvol. We verwachten dat we vanaf 2025 de markt op kunnen, waarbij we ons zullen richten op plekken zoals Sub-Sahara Afrika en India waar pootgoed distributie over het algemeen zeer uitdagend is. Na 2025 zullen er verbeterde hybride rassen volgen.
Sneller alternatief voor chemische gewasbescherming
We verwachten veel van het muteren van aardappelen met behulp van gene editing, binnen de klassieke veredelingsnormen. Deze innovatie biedt voordelen. In Europa wordt het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen versneld afgebouwd zonder dat er voldoende goede alternatieven bestaan. Hierdoor is de kans op gewasverlies zeer reëel. Dankzij technieken als gene editing kan er sneller voortgang worden geboekt met veredeling. De Europese Unie heeft echter op dit gebied beperkende regelgeving. Regelgeving en acceptatie van een dergelijke nieuwe technologie door onze stakeholders, zal altijd maatgevend zijn voor hoe wij werken.
Merkertechnologie ontketent revolutie in rasontwikkeling
Voor rasontwikkeling op zowel het teraploide platform als het diploide hybride platform, is merkergestuurde veredeling essentieel. Met merkergestuurde veredeling kunnen al zeer vroeg in het veredelingstraject bepaalde eigenschappen worden aangetoond. Bijvoorbeeld resistenties tegen virussen, verschillende nematoden (Globodera & Meloidogyne) en schimmels (onder andere wratziekte en Phytophthora). Door dit breed toe te passen weten we in slechts vijf weken na zaaien welke raskandidaten passen in een duurzame aardappelteelt. Dit is een revolutionaire versnelling ten opzichte van de vier tot acht jaar die hier voorheen voor stond.
Dankzij de grote stappen die we maken in het verbeteren van onze veredelingstechnologie met behulp van merkertechnologie en hybride veredeling, zijn we meer dan ooit in staat om als een regisseur te sturen op de eigenschappen die we willen overhouden.
Het voorkomen van gewasverliezen en de reductie van gewasbeschermende middelen
Aardappelrassen die resistenter (minder kwetsbaar) zijn voor ziekten hebben minder chemische gewasbescherming nodig. Dit verkleint de impact op het milieu en zorgt voor een goede opbrengst. De meest intensieve bespuitingen op het veld worden gedaan tegen Phytophthora en luizen (brengen het Y-virus over). Daarom zetten we volop in op het ontwikkelen van resistentere rassen tegen deze ziektes.
Van één, naar twee sloten op de deur
We maken grote stappen. In 2021 is het Phytophthoraresistente ras Cayman commercieel geworden. Naast de Phytophthoraresistentie is dit ras ook droogtetolerant. Deze Phytophthoraresistente rassen hebben nog een enkel slot (één resistentie gen) op de deur zoals veel andere rassen die nu in de markt geïntroduceerd worden. Ons doel is om in 2030 alleen rassen met twee resistentiegenen (twee sloten op de deur) te introduceren waardoor resistentie nog moeilijker te doorbreken is.
Dat is, met behulp van merkergestuurde gelectie tegen Phytophthora nu gelukt. Dit is een grote overwinning op het vlak van het voorkomen van ziektes. Met deze techniek zorgen we ervoor dat ons kweekprogramma bijna alle Phytophthoraresistente raskandidaten een gestapelde (twee sloten op de deur) Phytophthoraresistentie hebben. Een goed voorbeeld hier van is het binnenkort te introduceren frietras 'HOM 13-8236'. Een ander voordeel van dit ras is dat het sterk scoort op PVY (aardappelvirus Y) en TRV (tabaksratelvirus) en ook een zeer hoge opbrengst heeft.
Onderstaande figuur geeft het percentage materiaal weer dat de eerste veldgeneratie instroomt:
Toename resistente rassen
Telers werken al met de verbeterde rassen zoals de Innovator, het frietras met een Pallida-resistentie (aardappelmoeheid - AM). Het traditionele ras Allison met zijn hoge opbrengst is volledig resistent tegen aardappelmoeheid. In de periode 2020 - 2021 hebben we op het gebied van Pallida-resistentie geen nieuwe rassen op de rassenlijst gekregen. Ook is het percentage Pallida-resistente rassen beperkt in de hogere stadia van het kweekprogramma (8%). De doelstelling van 30% dient dan ook te komen uit de uitgebreide AM-focus binnen de kweekprogramma’s.
Naast AM en Phytophthora zijn Y-virus, Fusarium en Rhizoctania een steeds groter wordend probleem. Deze ziektes kunnen goed bestreden worden met chemie. Echter is het gebruik van deze chemie geen zekerheid in de toekomst. Daarom moeten we nieuwe rassen ontwikkelen die resistent of tolerant zijn tegen deze ziektes. Voor Y-virus en Fusarium zijn toetsen beschikbaar en hierin kunnen we snel schakelen, echter over Rhizoctonia tolerantie of resistentie is nog weinig bekend.
Voor Fusarium waren we in staat om eerder in het kweekprogramma rassen te testen op resistentie. Hierdoor kunnen we de meest vatbare rassen vroegtijdig identificeren. Dit heeft de gemiddelde Fusarium-score verbeterd van 67 naar 81 (op een schaal van 10 tot 99):
Scores huidige rassen versus rassen van de toekomst
| Fusarium (droogrot) |
Dormancy (kiemrust) |
Ro1 (aardappelmoeheid) |
Pa2/3 | |
|---|---|---|---|---|
| Commerciële rassen | 67 | 63 | 74% | 6.8% |
| Nieuwe rassen in ontwikkeling '20 | 72 | 69 | 93% | 11.2% |
| Nieuwe rassen in ontwikkeling '21 | 79 | 74 | 97% | 6.7% |
| Nieuwe rassen in ontwikkeling '22 | 81 | 75 | 100% | 8.0% |
Verbetering van bewaring
Door de kiemrust te vergroten kunnen aardappelen langer goed bewaard worden waarbij er minder gebruik wordt gemaakt van kiemremmingsmiddelen.
Een voorbeeld hiervan is Triple7 voor de chipsindustrie of Camelia voor de versmarkt. We leggen van meer focus op het selecteren voor rassen met een goede kiemrust. Hierbij ligt de focus op de sectoren retail fresh, frites en chips. We verwachten in 2024 de score te hebben verbeterd met 20 punten. Door een gerichte selectie waren we in staat om de gemiddelde score te verhogen van 63 naar 75 (12 punten).
De water footprint van de aardappel
Naast het voorkomen van gewasverliezen en de reductie van gewasbeschermende middelen kijken we ook naar de water footprint van de aardappel.
Prof. Dr. Ir. Arjen Hoekstra, hoogleraar watermanagement Universiteit Twente ontwikkelde het begrip ‘watervoetafdruk’, een model om inzicht te krijgen in de hoeveelheid water die nodig is om producten en ook diensten te produceren. De gemiddelde wereldwijde ‘water footprint’ van aardappelen is 287 liter/kg. Dit is aanzienlijk lager dan van gewassen als tarwe of rijst.
Het gemiddelde wereldwijde waterverbruik bij andere gewassen en producten:
Bron: www.waterfootprint.org (Mekonnen, M.M. and Hoekstra ,A.Y.)
HZPC ontwikkelt ook rassen die met minder (zoet)water toch een goede opbrengst kunnen leveren. Droogteproeven hebben laten zien dat jonge, traditionele rassen als Farida en Sababa goede opbrengsten halen in droge omstandigheden en tevens ook extra opbrengst generen wanneer er meer water beschikbaar is. Ook het nieuwe ras Cayman scoort goed op deze eigenschap. Naast droogte zijn andere abiotische stressfactoren steeds frequenter aanwezig.
Ontwikkelen meetmethode om duurzaamheidsindicatoren van rassen te bepalen
We zijn bezig met het ontwikkelen van duurzaamheidsindicatoren. Daarvoor zijn inmiddels diverse toetsen en proeven in ontwikkeling:
- Watersafe trial (droogte proeven)
- Ziekte & resistentie toetsen
- Zoutproef
- Hitteproef
We zijn onderdeel van het ADAPT-project. Dit is een grote Europese samenwerking die kijkt naar de combinatie van hitte en droogte. Deze twee stressfactoren komen vaak samen voor. Daarnaast zijn we op zoek naar plekken waar we de hittestress nog beter kunnen toetsen op onze ras kandidaten.
Verantwoordelijkheid in de keten
Verantwoorde aardappelteelt en ketenaanpak
Hoe kunnen wij in de aardappelketen bijdragen aan een duurzamer voedselsysteem? Deze vraag staat centraal binnen ons ketenmanagement. Wij staan als veredelingsbedrijf aan het begin van wat ons betreft de mooist denkbare voedselketen: de aardappelketen. We willen samen met onze pootgoedtelers een positieve bijdrage leveren met een zo klein mogelijke voetafdruk, passend binnen de Boer tot Bord strategie dat onderdeel is van de Europese Greendeal. We richten ons op diverse fasen in de keten: van het duurzaam produceren van mini-knollen tot aan bewaring. En, het bieden ondersteuning zodat klanten rassen kunnen selecteren op basis van hun duurzame eigenschappen.
We richten ons in de keten op:
- Het ontwikkelen van duurzame rassen
- Telers met een duurzaamheidsplan
- Maatschappelijk verantwoorde inkoop
- Inzet van nieuwe technieken om duurzamer te kunnen presteren
1 – Het ontwikkelen van duurzame rassen
Door ons ontwikkelde en in ontwikkeling zijnde nieuwe aardappelrassen helpen de aardappelteelt meer verantwoord te maken. We richten ons op het ontwikkelen van nieuwe rassen waarbij opbrengst wordt gemaximaliseerd/verzekerd, met minder input.
2 – Telers met een duurzaamheidsplan
Wij willen samenwerken met telers om de voetafdruk van de aardappelteelt te verkleinen. Onze grootste bijdrage aan het verduurzamen van de teler leveren we in de vorm van pootgoed dat goed presteert, ook onder lastige omstandigheden, en dat toe kan met zo min mogelijk input. We zien voor onszelf daarnaast een rol weggelegd als verbinder en facilitator. Uiteindelijk zal de teler zelf zijn/haar eigen keuzes maken die passen bij de bedrijfsvoering.
Een deel van onze telers is al een flink aantal jaren actief met het verduurzamen van hun bedrijfsactiviteiten. We willen dat het aantal telers dat werkt met een duurzaamheidsplan verder uitgroeit tot 100%. Om dat te realiseren hebben we in 2018 de werkgroep ‘Telers met een duurzaamheidsplan’ opgericht. De werkgroep richtte zich in eerste instantie op twee activiteiten:
- In overleg met telers een meetmethode ontwikkelen hoe elke teler scoort op milieu
- Energie neutrale bewaring bij telers
We hebben de ontwikkeling van de meetmethode die de milieuscore van telers inzichtelijk maakt tijdelijk in de wacht gezet. De werkgroep wil een stap terug zetten en zich focussen op het formuleren van gezamenlijke duurzame doelen. Doelen die telers en HZPC verbinden. Daarom hebben we het thema gezonde bodem centraal gezet.
EU Greendeal: Boer tot Bord strategie
De Boer tot Bord (Farm to Fork) strategie is een belangrijk onderdeel van de Europese Greendeal. Het doel van de EU is gericht op het versnellen van de transitie naar een duurzaam voedselsysteem dat rekening houdt met:
- Het hebben van neutrale of positieve impact op het milieu
- Het mitigeren van de effecten van klimaatverandering en zorgdragen voor klimaatadaptatie
- Het kenteren van het verlies aan biodiversiteit
- Het zorgdragen voor voedselzekerheid
- Het betaalbaar houden van voedsel tegen een eerlijke prijs
We hebben een internationale werkgroep geïnstalleerd die bekijkt op welke onderwerpen, versnelling binnen ons bedrijf noodzakelijk is op het vlak van verduurzaming van de teelt.
Alles begint met de bodem
De combinatie van een gezonde bodem waarop je robuuste rassen teelt zorgt voor aardappelen die goed gedijen met een kleinere voetafdruk. De bodem speelt een centrale rol in belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen die direct invloed hebben op onze keten:
- Het verminderen van afhankelijkheid van chemische gewasbescherming
- De stikstof-problematiek en de achteruitgang van biodiversiteit
- Het kringloop denken
- Vermindering van bodemverdichting en verbetering van de bodemvruchtbaarheid
- Blijvende, zeer hoge eisen aan quarantaine organismen en het voor ons product nagenoeg afwezig moeten zijn van ziekten zoals virussen, schimmels en bacteriën.
Project Integrale aanpak toekomstbestendige pootgoedteelt
Binnen dit maatschappelijke kader willen we samen met onze telers antwoorden vinden op cruciale vragen zoals: Wat moeten we veranderen om ook in de toekomst goed uitgangsmateriaal te kunnen telen en leveren? Hoe krijgen we grip op de virusproblematiek met minder gewasbeschermingsmiddelen? Daarom zijn we in 2020 samen met een groep van 14 telers gestart met het project Integrale aanpak toekomstbestendige pootgoedteelt.
Dit project zal vier tot vijf jaar duren en zal zich richten op het ontwikkelen van een integrale aanpak die de pootgoedproductie kan veranderen zodat we de huidige en toekomstige uitdagingen in de virusproblematiek aan kunnen gaan. De kennis en de ervaringen van telers in de projectgroep willen we zoveel mogelijk samenvoegen en vervolgens aanreiken aan onze andere telers.
“Een gezonde bodem krijgt de kans om te leven. Er is plek voor wormen en veel organische stof. Een bodem die leeft kan veel water bergen en voldoende vocht vasthouden voor in droge perioden. Belangrijke eigenschappen, met het oog op de toekomst”.
Pieter Klaas Westerhuis, teler bij HZPC
Minder water, minder bemesting - Fertigatie pilot
Fertigatie, het druppelsgewijs toevoegen van water met meststoffen, is de uitkomst voor optimalisatie van de opbrengst met beperkte inzet van meststoffen. Dit is zeker het geval indien water de beperkende factor is in de teelt. Door middel van fertigatie kan de water- en bemestingsgift in een perceel aardappelen heel precies worden afgestemd op de behoefte van het gewas. Naast waterbesparing zorgt het ook voor een betere opbrengst per hectare omdat ook meststoffen veel effectiever kunnen worden ingezet. Fertigatie is in de glastuinbouw een beproefd concept.
In 2021 is in samenwerking met Yara (bemesting), Netafim (bewatering) en een speler uit de fritesindustrie een eerste proef gedaan om fertigatie in de aardappelteelt in Nederland uit te testen. We verwachten dat fertigatie de komende jaren sterk zal toenemen in de aardappelteelt om het verbruik van water en -meststoffen te verminderen en opbrengsten te kunnen verhogen.
Proef met chemie-vrije bescherming tegen virussen
Gaasdoek en stro blijken zeer effectieve beschermers tegen luizen en daarmee virus in de pootgoedteelt. We hebben geslaagde proeven uitgevoerd in Frankrijk, Nederland en Polen. De veldproeven werden gedaan met gaasdoek en stro in de stammenteelt. Het doel hiervan was om de pootgoedteelt zo lang mogelijk vrij te houden van virus zonder inzet van chemie.
De resultaten van de veldproeven zijn bemoedigend. Niet alleen bleef het aantal virusaantastingen dankzij het doek op nul staan. Ook de impact op het knolaantal bleef beperkt: een afname van minder dan drie procent. De proef wordt in 2022 verder uitgebreid.
„We kenden al de ervaringen van het afdekken met stro en de gaaskassen van vroeger in de pootgoedteelt. Gaasdoek wordt al gebruikt in onder meer Frankrijk en Polen en ook in Nederland zie je het in de spruitkoolteelt. Waarom zouden we dat niet ook op grotere schaal proberen in de Nederlandse pootgoedteelt?”
Harm Steenhuis, HZPC
Aangesloten bij Sustainable Agricultural Initiative Platform
Sinds 2021 zijn we aangesloten bij het Sustainable Agricultural Initiative Platform. Het SAI Platform verbindt stakeholders in de landbouw en stuurt aan op duurzame transitie door samenwerking.
Lidmaatschap van Association of Sustainable Agriculture in Polen
In Polen staan natuurlijke middelen zoals water, vruchtbare grond en fossiele brandstoffen onder druk. HZPC Polen is lid van Association of Sustainable Agriculture (ASAP). Deze organisatie richt zich op het verduurzamen van de landbouw via telers, het vergroten van bewustzijn onder consumenten, en het werken aan een gezamenlijk landbouw beleid in het kader van de European Green Deal. De ASAP ondersteunt ook telers die zich voorbereiden op certificering zoals de internationale standaard van Farm Sustainability Assesment (FSA) of Global G.A.P.
Voldoen aan Global G.A.P. standaard
Global G.A.P. is de wereldwijde standaard voor veilige voedselproductie in de keten. Telers die aangesloten zijn bij HZPC Holland moeten voldoen aan de Global G.A.P. standaard. Het certificaat heeft voedselveiligheid als basis maar heeft ook diverse MVO-criteria opgenomen. Bijvoorbeeld dat de teler zich moet houden aan de wettelijke regels op gebied van gewasbeschermingsmiddelen.
PlanetProof
De teelt van tafelaardappelen in Nederland vindt plaats volgens de PlanetProof standaard. PlanetProof is een onafhankelijk keurmerk waarmee wordt aangetoond dat de productie op duurzamere wijze plaatsvindt.
Energieneutrale bewaring bij telers
In 2030 willen we dat pootgoed energieneutraal wordt bewaard bij telers. Dat vermindert niet alleen CO2-uitstoot, het bespaart telers na een terugverdienperiode bewaarkosten. Het doel is om op eigen erf zonne- of windenergie op te wekken voor klimaatbeheersing van het pootgoed. Uit een inventarisatie in 2019 bleek dat 38% van de 489 telers in Nederland zonnepanelen heeft en 14% een windmolen.
In 2020 zijn we een project gestart om de installatie van windmolens bij pootgoedtelers te stimuleren. Omdat het mechanisch drogen, koelen en sorteren van de oogst met name in de herfst en winter plaatsvindt is windenergie een goede keuze.
Wij hebben twee leveranciers geselecteerd die windmolens met een vereenvoudigde vergunningsprocedure kunnen plaatsen bij de boerderij. Een windmolen met een vermogen van bijvoorbeeld 30.000 kWH is al voldoende voor de bewaring van de oogst van 25 hectare pootgoed. In 2021 zijn de eerste windmolens geplaatst.
3 – Maatschappelijk verantwoorde inkoop
Inkoop is binnen HZPC niet gecentraliseerd in een inkoopafdeling. Daarom is er een werkgroep opgericht die zich richt op het thema Gebruik van duurzaam verpakkingsmateriaal. De werkgroep heeft in 2021 een nieuwe bezetting gekregen. Een van de eerste aandachtspunten was het opzetten van een nieuw meetsysteem voor inkoop. De cijfers uit het verleden zullen we daarom niet meer als ijkpunt gebruiken. De cijfers die we presenteren van toepassing op HZPC Holland B.V.. Eind 2024 willen voor alle HZPC-bedrijven in de EU een beleid voor duurzame verpakkingen en afval.
Duurzame verpakking van pootgoed
Pootgoed wordt zowel onverpakt gedistribueerd (in bulk), als verpakt in jute, houten kratjes, plastic of big Bags. We willen naar een lager verbruik van verpakkingen per ton verkocht pootgoed. Leveringen per bulk (onverpakt) willen we dan ook vergroten. Het gebruik van plastics willen we terugbrengen naar nul. Zo kunnen we afval voorkomen.
Onze werkgroep Verpakking werkt aan de vraag hoe wij onze verpakkingsmaterialen voor pootgoed kunnen verduurzamen, het gebruik kunnen verminderen en materialen kunnen hergebruiken of laten recyclen.
Verbruik van verpakkingsmateriaal
| Type verpakkingsmateriaal | Verpakkingsmateriaal in kg | Verpakt pootgoed in ton | Verpakkingsmateriaal in kg per ton verpakt pootgoed |
|---|---|---|---|
| Jute 50 kg | 320.812 | 50.127 | 6,40 |
| Jute 25 kg | 788.157 | 98.520 | 8,00 |
| Jute 10 kg | 40.200 | 2.680 | 15 |
| Plastic verpakkingen 25 kg | 1.150 | 575 | 2 |
| Plastic verpakkingen 10 kg | 620 | 310 | 2 |
| Kunststof big Bags 1250 kg | 134.699 | 74.832 | 1,80 |
| Kunststof big Bags 1250 kg (Engelse sleuf) | 8.407 | 4.569 | 1,84 |
| Plastic krat 50 kg | 15.322 | 239 | 64,11 |
| Houten krat 50 kg | 109.010 | 1.982 | 55 |
| Totaalgewicht verpakkingsmateriaal in kg | 1.418.377 | 233.833 | 6,07 |
Het uitbannen van plastic
We willen alle plastic verpakkingen volledig vervangen door andere materialen. Op de korte termijn betekent dat plastic voor eenmalig gebruik wordt vervangen door biologisch afbreekbare alternatieven zoals jute, of dat het materiaal hergebruikt wordt.
Hergebruik onbedrukte big Bags
We gebruiken binnen HZPC Holland jaarlijks zo’n 63.000 big Bags van kunststof. Hierin wordt telkens 1.250 kg pootgoed vervoerd. Deze big Bags zijn goed opnieuw te gebruiken voor allerlei doeleinden. We hebben in Spanje het onbedrukt gebruik van smart big Bags getest. Informatie voor telers over het pootgoed en hoe dit te bewaren is opgeslagen in een chip die per telefoon kan worden uitgelezen. Het idee om de onbedrukte big Bag na levering bij de klant vervolgens te hergebruiken is echter vanwege wetgeving op voedselveiligheid niet mogelijk.
We zijn op zoek naar manieren om onze big Bags na gebruik weer in te zamelen. Hiervoor kijken we ook naar de ervaringen van ketenpartners. In Frankrijk worden inmiddels jaarlijks ruim 50.000 big Bags ingezameld en gerecycled.
Preventie kinderarbeid
Omdat de plantaardige jute zakken vanuit Azië geleverd worden is er kans op kinderarbeid. Omdat we kinderarbeid niet accepteren zijn hierover contractuele afspraken met de leveranciers gemaakt. Sinds 2020 bevatten alle af te sluiten contracten een clausule over kinderarbeid. Hierin is ook het recht opgenomen om audits uit te voeren. Er zijn tot nu toe geen audits uitgevoerd.
4 – Technische innovaties ten behoeve van de keten
HZPC helpt telers en klanten met innovatieve tools en duurzame methodes die bij processen in de keten (duurzame teelt, opslag en verwerking) goed van pas komen. Zo verminderen we benodigde input (zoals chemische gewasbescherming, water of kunstmest) en wordt het risico op verspilling kleiner.
Duurzame raskeuze met de Even Greener-tool
We hebben duurzamere rassen nodig om huidige en toekomstige maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Daarom wordt steeds meer gekeken naar het begin van de keten: de genetica. Daar is veel winst te behalen en daarom richten we ons op het ontwikkelen van robuuste rassen.
Om klanten te helpen om voor duurzame opties te kiezen hebben we de Even Greener-tool ontwikkeld. Dit is een adviesmodel dat rassen langs de meetlat legt op basis van vijf duurzame kerneigenschappen:
- Waterverbruik
- Meststoffen
- Ziektebescherming
- Bewaarperiode
- Opbrengst
Aan al deze eigenschappen zijn punten toegekend per ras. In dat puntensysteem spelen 35 karakteristieken een rol. We meten de rassen jaarlijks in uiteenlopende gebieden en omstandigheden, zodat een robuuste score ontstaat op duurzaamheid. We zien Even Greener als een mooi aanknopingspunt om in de keten in gesprek te blijven over duurzame ontwikkelingen.
‘Dit model draagt bij aan bewustzijn. Je ziet in één oogopslag hoe nieuwe, duurzame rassen zich verhouden ten opzichte van bestaande rassen.’
Hans Langedijk, Marketingspecialist HZPC
App voor telers in ontwikkelingslanden
We ondersteunen onze telers wereldwijd. Ook kleine telers in bijvoorbeeld Afrikaanse en Aziatisch landen zijn gebaat bij partnerschap. In het afgelopen jaar hebben we een app ontwikkeld die zij kunnen raadplegen. Hiermee brengen we kennis over waarmee ook de kleine telers hun opbrengsten kunnen verhogen. Het gaat veelal om praktische teelttechnische informatie en advies. Zo wordt uitgelegd wanneer er het beste geplant kan worden en welke rassen geschikt zijn voor hun grond. Ook worden adviezen gegeven over bemesting, gewasbescherming en irrigatie. Op dit moment wordt getest hoe vaak de app wordt gebruikt. Op basis van die uitkomsten bepalen we hoe we verder gaan.
Meten is weten: pilot digital platform
In 2020 hebben we een eerste fase afgerond om relevante, beschikbare agronomische gegevens (zoals uit registratie of satellietbeelden) te kunnen gebruiken ter optimalisatie van de teelt. Met de data uit de pilot zullen we eerst onze eigen data van opbrengsten analyseren en vervolgens de beheer gegevens. Met deze combinatie van data kunnen we conclusies trekken met betrekking tot welke rassen beter presenteren op welke specifieke gronden.
Deze conclusies nemen we mee in een tweede fase van de pilot in 2022. Ook zullen we onderzoeken of we in de toekomst de Cool Farm Tool willen gaan gebruiken. De Cool Farm Tool is een internationaal meetsysteem dat is opgezet om telers wereldwijd van data te voorzien zodat zij teelt-beslissingen kunnen nemen die hun milieu impact verminderen. De CFT meet op drie hoofdonderwerpen: broeikasgas, waterverbruik, en biodiversiteit.
Grower decision support model
Deze smart phone app is een real-time tool die de telers ondersteunt met het nemen van beslissingen tijdens het gehele proces van het plannen van de teelt tot en met het leveren van aardappelen. In 2020 is de app getest in Finland (15 telers) en in Nederland (3 – 5 telers). In Finland is positief op de app gereageerd. In Nederland bleek minder behoefte aan de app. We gaan op basis van deze feedback bekijken in welke landen de app een meerwaarde heeft.
Verkleinen negatieve impact distributie pootgoed
Om wereldwijd overal mensen te voorzien van aardappelen distribueren we het pootgoed vanuit Nederland of telen we lokaal (in Europa). De verdeelfunctie om het pootgoed te distribueren ligt voornamelijk in Nederland. In Nederland vinden daarom meer transportbewegingen plaats dan in het buitenland. Transport is de grootste component in de CO2-footprint van HZPC. De uitdaging is om de logistiek zo efficiënt mogelijk in te richten zodat het aantal transportbewegingen beperkt blijft.
Werkgroep Optimalisering transport
De werkgroep ‘Optimalisering transport’ heeft als taak om doelen te formuleren en plannen te maken (en uit te voeren) om de impact van transport op het milieu te verminderen.
De werkgroep heeft drie doelen geformuleerd:
- Optimaliseren transportbewegingen, verminderen van deelladingen
- Vergroten/optimaliseren van containervervoer per binnenvaart in 2020
- CO2-reductie van ingekocht transport: bijdrage leveren aan de transport sectordoelstellingen (TLN) waarbij het streven is om in 2030 49% CO2 te verminderen t.o.v. 1990
Inzicht in CO2-uitstoot via Big Mile data platform
We maken gebruik van drie grote vervoerspartners om ons pootgoed te distribueren. Twee hiervan maken net als HZPC zelf, gebruik van het Big Mile data platform. We willen dat alle vervoerspartners in de toekomst via dit dataplatform gaan rapporteren. Het data platform maakt mogelijk om inzicht te krijgen in de emissies en in hoe efficiënt ons transport is georganiseerd.
Sinds 2020-2021 splitsen we de registratie van het wegtransport in bulktransport en containertransport. Dat verklaart het verschil in CO2-uitstoot van containertransport per weg in 2020-2021 ten opzichte van 2018-2019. De daling in CO2-uitstoot van zeetransport (bulk) van 2017-2018 naar 2018-2019 is gerealiseerd vanwege de vervanging van een schip van de transporteur. Het verschil in uitstoot tussen ingezet zeetransport bulk en zeetransport per container is te verklaren door het type schip waar gebruik van wordt gemaakt.
Bevorderen van containertransport per binnenvaart
We willen meer inzetten op het gebruik van binnenlandse vrachtvaart. Transport per truck heeft meer impact op het milieu en is kostbaar. Via de Nederlandse waterwegen werden in de periode 2020-2021 1141 van de 2752 containers vervoerd (met 27,5 ton aardappelen per container) naar de haven van Rotterdam.
In 2020/21 hebben we meer gebruik van wegtransport moeten maken dan we van plan waren. De reden daarvan is de schaarste van containers en een afwachtende markt. Logistiek liet zich daarom lastiger, tijdig plannen. Er was behoefte aan meer flexibiliteit in de logistiek en daarom werd er meer gebruik van trucks gemaakt.
Selecteren transportbedrijven met een duurzaamheidsprogramma
We verwachten dat onze transporteurs een helder geformuleerd duurzaamheidsbeleid hebben. Onze preferred partners hebben een inventarisatielijst met betrekking tot duurzaamheid ontvangen. We bekijken samen met onze scheepstransporteur of wij gebruik kunnen maken van een van hun nieuwe milieuvriendelijke schepen. Of dit werkelijk lukt hangt af van de routing. Er zijn onderhandelingen gaande met binnenlandse vervoerders over CO2-uitstoot, het gebruik van het Big Mile dataplatform, en over alle transport onder één dak.
Minder transport dankzij Local for local teelt
Naast het efficiënter en duurzamer maken van transport is er nog een optie: minder transport. Dat bereiken dankzij lokale teelt. Binnen SBA Europe* van HZPC kunnen we het aantal transportkilometers van pootgoed en aardappelen aanzienlijk verminderen dankzij lokale teelt. Hiermee kunnen we in de behoefte voorzien in landen waar HZPC pootgoed productie heeft. HZPC produceerde in 2020/2021 ruim 23.720 ha pootgoed. Van deze productie vond circa 70% in Nederland plaats.
(*SBA Europe: Strategic Business Area Europe van HZPC Holding BV)
HZPC heeft in Europa in acht landen pootgoedproductie. In deze landen is het verkochte pootgoed bestemd voor lokale teelt uit lokale productie. We willen de lokale teelt, als dat mogelijk is, laten toenemen. We telen daarom ‘local for local’ in de UK, Frankrijk, België, Duitsland, Polen, Finland, Nederland en in Rusland.
Aandeel van lokaal geproduceerd pootgoed van de totale pootgoed verkoop in Europese productielanden inclusief Nederland:
2018 |
2019 |
2020 |
|
Local for local* |
83,1% |
84,4% |
88,1% |
*Exclusief België. Op deze cijfers is een nieuwe berekening toegepast.
De local for local teelt is voor afgelopen jaren opnieuw berekend. HZPC produceert ook in België maar het aandeel is erg klein in vergelijking tot de verkoop. Dit geeft een vertekend beeld van het werkelijke percentage local for local dat verder jaarlijks toeneemt.
In de landen waar we lokale productie hebben wordt veelal hoogwaardig pootgoed uit Nederland geïmporteerd om vervolgens een aantal generaties na geteeld te worden. Het pootgoed komt daarna lokaal op de markt om er consumptieaardappelen van te produceren. Het is ons doel om meer hoogwaardig pootgoed in de pootgoed producerende landen te produceren. De export naar andere landen in Europa, het Midden-Oosten, Azië en Afrika vindt voornamelijk vanuit Nederland plaats.
Opzetten lokale faciliteiten voor de productie van miniknollen
In verschillende landen zoals Nederland, Rusland, Canada, India en China hebben we eigen lokale productiefaciliteiten opgezet voor miniknollen. Daarnaast zijn we aan het verkennen wat de mogelijkheden zijn voor de verkoop van aardappelzaad.